Skip to main content

Waarom moet bemesting achterwege worden gelaten?

En soms moet een perceel ook bekalkt worden om de bodemsamenstelling weer op orde te krijgen en daarmee de kruidenrijkheid te bevorderen.

Werking van mineralen

In de bodem bevinden zich mineralen, dit zijn onder andere silicium (Si), aluminium (Al), ijzer (Fe), calcium (Ca), natrium (Na), kalium (K) en magnesium (Mg). Deze stoffen vormen in de bodem een buffer tegen verzuring en ze zorgen ervoor dat mineralen niet uitgespoeld worden. Deze natuurlijke buffercapaciteit wordt onder andere door het toevoegen van nitraat (NO3), fosfaat (PO43-) en sulfaat (SO42-) (bemesting) en door depositie (neerslag) van zwaveldioxide (SO2), stikstofdioxide (NO2) en ammoniak (NH3) teniet gedaan. Bij verzuring worden stoffen als ijzer (Fe) en aluminium toxisch (giftig)

Eerste buffer

Het eerste buffer wordt gevormd door CaCo3: calcium carbonaat. Dit is een buffer met een snel verloop dat speelt tussen PH 7 en 6,5. Dit is een hoge PH die je in de praktijk (vooral op veen) niet veel tegen komt.

De tweede buffer

Deze buffer wordt gevormd door de CEC: de kationen omwisselings capaciteit, het zogenaamde klei-humus complex. De mineralen K; Kalium, Na: natrium, Ca: calcium en Mg: magnesium worden daarbij (evenals ammonium (NH4+) en waterstof ionen (H+) gebonden aan klei en organische stof zodat ze niet uitspoelen met het grondwater. Dit is een grote buffer met een langzaam verloop. Verzuurd de bodem te ver dan beginnen deze mineralen uit te spoelen naar het grondwater en is de bufferwerking weg, in plaats daarvan worden waterstof ionen (H+) en Aluminium ionen (Al3+) gebonden. Deze buffer speelt bij een PH lager dan 6,5.

Derde buffer

Als laatste is er nog een derde buffer namelijk Al: aluminium, dit is een grote buffer maar met een snel verloop en speelt bij een PH van 3-4, dus komt bijna niet voor. Hierbij lost aluminiumhydroxide op en komt aluminium vrij, aluminium is overigens giftig voor planten. Mycorrhizaschimmels laten het nu afweten en al het bodemleven wordt geremd. Mg: magnesium, molybdeen en kalium spoelen uit en de bodem is erg gevoelig voor stikstof depositie.

Geen herstel zonder interventie

Wanneer de van nature aanwezige buffers verbruikt zijn, zullen deze vaak niet zonder interventie herstellen. Het is mogelijk dat de eerste buffer van calcium carbonaat met behulp van calcium rijke kwel zal herstellen maar bij de overige buffers zal dit niet gebeuren. Dit betekent dat er werk verricht moet worden om de pH weer optimaal te maken voor de kruiden c.q. gewassen.

Een verzuurde bodem raakt dichtgeslagen met weinig wortelgroei.

Hoe krijg je de bufferende werking terug?

Om na (teveel) verzuring opnieuw de bufferwerking van de bodem terug te krijgen is het toevoegen van calcium (Ca) belangrijk. Calcium verbeterd de bodemstructuur en zorgt voor een hogere PH zodat er meer zuurstof in de bodem doordringt en ook het water sneller wordt opgenomen en langer wordt vastgehouden. Hierbij is de verhouding van Ca: calcium ten opzichte van Mg: magnesium belangrijk. Deze verhouding Ca : Mg is niet op elke soort bodem gelijk en de meningen over de juiste verhouding zijn een beetje verdeeld. Op zand is de ideale verhouding 4:1 en op veen en klei 5,7:1. Het is dus belangrijk om een bodemmonster te laten nemen om deze verhouding te controleren. Magnesium moet in kleinere hoeveelheden aanwezig zijn omdat Magnesium de bodem juist verdicht (vgl. Klei). Daarnaast zullen ook de andere mineralen weer toegevoegd moeten worden om de optimale bufferwerking van de bodem te garanderen, deze komen niet terug met alleen de toevoeging van calcium. Het bodemleven gaat hier ook van profiteren.

Let op: wij adviseren om professioneel advies in te winnen bij een bodemdeskundige! Ga niet zelf aan de slag met de toevoer van bijv. calcium, omdat advies op maat nodig is (op basis van een bodemmonster).

De bodem bestaat uit 4 componenten (bovenste cirkel). De humus (middelste cirkel) wordt daarbij door het bodemleven (onderste cirkel) samengesteld. Deze humus bindt vervolgens de mineralen.